01 mei 2011

Nog onder de indruk van alle ervaringen van gisteren, werden we vanochtend op ons gebruikelijke tijdstip wakker, zo rond zes uur 's ochtends. Blijkbaar helpt het tijdsverschil niet echt om eens lekker uit te slapen, want zo vroeg gaat thuis ook altijd de wekker. Na een rondje ochtendnieuws op televisie te hebben gezapt (Breaking news: de familie van Kate Middleton is uitgecheckt uit het hotel, daarna een klein item over 321 doden in de V.S. door tornado's), de koffers ingepakt, gedoucht en ontbeten bij de Starbucks. De auto werd keurig voorgereden door de Valet Parking en we vervolgden onze weg. Aangezien we ons morgen moeten melden op het vliegveld van Tusayan, maar de rit in een dag wel erg pittig is, zetten we koers naar one-street-village Needles, op iets meer dan vier uur rijden vanuit downtown LA.

Maar met de huidige dollarkoers en mijn onhandige maten, zouden we gek zijn als we ook niet wat tijd uit zouden trekken voor wat de Amerikanen een shopping spree noemen. Gelukkig voor ons was de dollar vrijdag alweer gezakt en op onze route lag Barstow, vooral bekend vanwege zijn outletshopping. We arriveerden rond een uur of 11 en besloten eerst eens rond te kjken bij Tommy Hilfiger. Een goede (of foute, zoals u wilt) keuze, want de polo's waren hier vriendelijk geprijsd, $60 per twee stuks, iets meer dan 20 euro per stuk. Ook Ingrid slaagde hier met gemak (schoenen voor $29) en er werd ook iets ingeslagen voor het neefje en nichtje. Voor mij was de Timberland een feestje, zeker vanwege de ruime aanwezigheid van mijn maat 14; het resultaat: wandelschoenen voor 55 dollar en bootschoenen voor iets minder. Opmerkelijk was dat we nog bijna nergens toeristen zijn tegen gekomen, op een paar verdwaalde Japanners na. Japanners die overigens echt alles wilden weten over de producten in de outlet, maar door hun gebrekkige Engels totaal niet konden communiceren met de aanwezige Amerikanen.

Na een lekkere lunch bij de In & Out en een stapel shoppingbags op de achterbank besloten we nog even te tanken (4 dollar per gallon en het ding zuipt als Andre Hazes in de jaren negentig) en op de weg naar Needles even te stoppen bij Ghosttown Calico. Dit voormalige mijnstadje, dat sinds begin 20e eeuw verlaten was, is tegenwoordig een attractie van belang, althans dat beweerde de reisgids, maar niet bleek minder waar. Een twintigtal recent gerestaureerde Westernhuisjes, allen omgebouwd tot giftshop, een gammel treintje en een authentieke mijningang vormden samen de ghosttown; een regelrechte touristtrap. Vlug de auto maar weer in om door te rijden naar ons gereserveerde hotel in Needles.

Al bij het naderen van dit hotel, dat volgens de site beschikt over vier sterren en zelfs op tripadvisor positie ervaringen op zijn naam kan schrijven, begon het bij ons al te kriebelen. Dit was nou echt zo'n motel dat je op TV zag, met de contouren van een mensenlichaam uitgetekend op de parkeerplaats, omdat een of andere befaamde serialkiller weer eens had toegslagen langs de weg. Maar, dapper als we zijn, besloten we bij de merkwaardige Indier achter de balie in te checken. Nadat we alle koffers de trap op hadden gesleept, kwamen we tot de ontdekking dat niet alleen de deur recent is opengetrapt (het slot lag eruit), maar ook dat het gebruikte zeepje van de vorige gast op ons lag te wachten, evenals een aantal van zijn haren in bed en bad, maar ook dat de vlekken op de deken, de vloer, de muur, de wastafel, het plafond, in de wcpot en op het raam ons er niet van konden overtuigen dat het hier helemaal pluis was. Snel de koffers weern ingepakt, ons beklag gedaan bij de Indier en op zoek gegaan naar een ander hotel.

Wat we ons toen nog niet beseften was dat precies dit weekend de Asser TT, althans een lokale grote broer ervan, plaatsvond in de regio. Dit evenement, waarbij er overigens niet wordt geracet, maar wel wordt gedronken, gefeest en geronkt wordt, trekt duizenden motormuizen naar Laughlin, een gokstadje op de route. Dit zorgde ervoor dat er van de -naar schatting- 6000 hotelkamers er niet eentje meer vrij bleek te zijn. Erg vervelend, want het begon al aardig donker te worden en er was niet direct een andee grote plaats in de buurt. En dat het begon te schemeren was ook Sheriff Romanski opgevallen. En ik, sukkel met mijn Renault met automatische verlichting, had nog niet gezien dat de lampen NIET aanwaren. Dus grote schrik toen er achter mij opeens felle grote rode en blauwe lichten verschenen. Snel de bolide aan de kant gezet en braaf - met de handen blijvend aan het stuur- gewacht tot Sheriff Romanski mij benaderde. 

"Was I driving too fast?" was het eerste wat er bij mij uitkwam, maar de Sheriff stelde gelijk de tegenvraag "It's getting pretty dark, don't you agree?". Na een braaf rondje boetekleed aantrekken (ook die kun je in de VS blijkbaar makkelijk krijgen in mijn maat) kregen we een waarschuwing en mochten we -met de lampen aan- onze weg vervolgen. Gelukkig vonden we in Bullhead een fijn hotel en konden we wat rust pakken voor onze trip naar de Grand Canyon van morgen; ik denk dat ik de lichten gelijk maar aandoe.

Geen opmerkingen: