11 mei 2011
10 mei 2011
Vanochtend zijn we, na een paar boodschappen gedaan te hebben, op pad gegaan richting Sequioa National Park, Kings Canyon National Park met als einddoel ons hotel in Oakhurst, vlakbij Yosemite. Na een uurtje door de fruitgaardente hebben gereden belandden we in-wederom- een mooi berglandschap. Het ene na het andere feerieke bergdorpje gleed aan ons voorbij en we kregen echt een Dante's Peak (film) gevoel. Zo'n dorpje waar de winkelier burgermeester en postbode is, maar dan zonder de uitbarstnde vulkaan uit de film. Nee, in het vredige dorpje Three Rivers, vlak voor de entree van het park, was geen vulkaan, slechts een schimmig winkeltje met allerhande prullaria, gerund door een norse en onvriendelijke Indier (wellicht familie van de fijne Indier van de Americas Best Value Inn in Needles). Maar goed, we hadden niets nodig van de rommel die hij verkocht, dus reden we naar de entree van het park. Na alle administratieve handelingen kwam de vraag of we ook sneeuwkettingen bij ons hadden vanwege de hevige sneeuwval, die waren namelijk verplicht. Uhh, niet dat we weten. Dus wij alle bagage uitgeladen en bij de reserveband gekeken. Helaas, na alle tassen weer ingepakt te hebben, bleken we geen kettingen te hebben. En omdat we heel graag het park in wilden gaf de park ranger ons het adres van de winkel waar de kettingen gehuurd of gekocht konden worden. Inderdaad, het winkeltje van de onvriendelijke Indier. Hoera.
Nadat de man, terwijl ik stond te wachten, een hele rol plakband gebruikte om een doos te repareren en ik geduldig een minuut of tien stond toe te kijken, besloot hij daadwerkelijk e vragen wat hij voor me kon doen. Na de uitwisseling van data over bandmaten en dergelijke, kwam hij met een bijzonder onredelijke prijs voor een setje kettingen (we kregen nog wel 20% korting voor een doos met oude kettingen, waarbij hij beloofde dat de sticker 'damaged' niet op de kettingen sloeg. jaja), besloten we dat het onzin was om veel geld hieraan uit te geven. Een ander stel had wel toegeslagen en was net de kettingen aan het omleggen. Tamelijk teleurgesteld reden we weer naar de entree om te vragen of we misschien zonder kettingen een stukje het park in mochten. De ranger vond het erg netjes dat we zo eerlijk waren om te zeggen dat we geen kettingen hadden, maar hij had goed nieuws: de weg was net opgeruimd en de temperatuur was zo gestegen dat de weg nu ook voor voertuigen zonder kettingen was opengesteld. Super! Zonder een vermogen voor kettingen te hebben uitgegeven mochten we dus toch het park in om de grootste bomen ter wereld te bekijken.
Sneeuwkettingen leken totaal overbodig, want alhoewel het regende, was het zo'n 15 graden en reden we door het schitterende bos. Terwijl we snelstromende riviertjes en watervallen passeerden, riep Ingrid opeens BEER! Snel de auto gekeerd en vanuit de auto konden we op een meter of 5 een berenjong in het gras zien zitten. Schitterend om een wilde beer zo dichtbij te zien... Al snel stopten er meer auto's om de beer te bekijken en na een paar minuten was het jong het zat en trok weer het bos in.
Nog onder de indruk van de verschijning van de beer, reden we steeds verder de berg op en begon het zachtjes te sneeuwen. De temperatuur daalde en het sneeuwniveau steeg. Bij de grootste boom ter wereld, de General Sherman, lag bijna een meter sneeuw en dat maakte deze indrukwekkende boom nognindrukwekkender. Na een wandeling bij de grote bomen reden we weer verder tot ik opeens riep: BEER! Dit keer was het een volwassen exemplaar dat vanuit een weide de weg overstak. Echt mooi om te zien. Na een sneeuwvolle afdaling, die sneeuwkettingen leken zo idioot nog niet, kwamen we rond 20 uur aan in Oakhurst, in het rustieke Best Western Inn. Morgen Yosemite. Kijken wat we dan zien...
Nadat de man, terwijl ik stond te wachten, een hele rol plakband gebruikte om een doos te repareren en ik geduldig een minuut of tien stond toe te kijken, besloot hij daadwerkelijk e vragen wat hij voor me kon doen. Na de uitwisseling van data over bandmaten en dergelijke, kwam hij met een bijzonder onredelijke prijs voor een setje kettingen (we kregen nog wel 20% korting voor een doos met oude kettingen, waarbij hij beloofde dat de sticker 'damaged' niet op de kettingen sloeg. jaja), besloten we dat het onzin was om veel geld hieraan uit te geven. Een ander stel had wel toegeslagen en was net de kettingen aan het omleggen. Tamelijk teleurgesteld reden we weer naar de entree om te vragen of we misschien zonder kettingen een stukje het park in mochten. De ranger vond het erg netjes dat we zo eerlijk waren om te zeggen dat we geen kettingen hadden, maar hij had goed nieuws: de weg was net opgeruimd en de temperatuur was zo gestegen dat de weg nu ook voor voertuigen zonder kettingen was opengesteld. Super! Zonder een vermogen voor kettingen te hebben uitgegeven mochten we dus toch het park in om de grootste bomen ter wereld te bekijken.
Sneeuwkettingen leken totaal overbodig, want alhoewel het regende, was het zo'n 15 graden en reden we door het schitterende bos. Terwijl we snelstromende riviertjes en watervallen passeerden, riep Ingrid opeens BEER! Snel de auto gekeerd en vanuit de auto konden we op een meter of 5 een berenjong in het gras zien zitten. Schitterend om een wilde beer zo dichtbij te zien... Al snel stopten er meer auto's om de beer te bekijken en na een paar minuten was het jong het zat en trok weer het bos in.
Nog onder de indruk van de verschijning van de beer, reden we steeds verder de berg op en begon het zachtjes te sneeuwen. De temperatuur daalde en het sneeuwniveau steeg. Bij de grootste boom ter wereld, de General Sherman, lag bijna een meter sneeuw en dat maakte deze indrukwekkende boom nognindrukwekkender. Na een wandeling bij de grote bomen reden we weer verder tot ik opeens riep: BEER! Dit keer was het een volwassen exemplaar dat vanuit een weide de weg overstak. Echt mooi om te zien. Na een sneeuwvolle afdaling, die sneeuwkettingen leken zo idioot nog niet, kwamen we rond 20 uur aan in Oakhurst, in het rustieke Best Western Inn. Morgen Yosemite. Kijken wat we dan zien...
09 mei 2011
Na het verlaten van het schitterende Wynn hotel in Las Vegas, stond ons een stuk minder levendig deel van de V.S. te wachtsn: Death Valley. En was het in Vegas al warm (36 graden), in Death Valley liep de temperatuur op tot 108 Fahrenheit, toch zo'n 42 graden Celcius. Het was een lange rit (bijna 5 uur) en het bleek dat dit National Park totaal niet ons ding was. Niet alleen vanwege de temperatuut, maar ook omdat het park op zand, stenen, zout en hitte, na, niet echt iets te bieden heeft. Gelukkig was de lange rit niet voor niets, want we moesten toch door het park om bij onze tussenstop richting Yosemite te komen, namelijk Lone Pine.
Toen we vanochtend aanschoven bij het ontbijt in de Best Western in Lone Pine kwamen we daar toevalligerwijs hetzelfde stel tegen als in Page; zit je honderden kilometers verderop weer in hetzelfdemhotel. Na het uitwisseen van ervaringen vertrokken we richting Exeter. Van de receptioniste kregen we een alternatieve route uitgetekend en besloten deze tevolgen. Een zeer bochtige weg door de bergen volgde, maar het resultaat ws fantastisch. Zaten we gisteren nog op 100 feet onder zeeniveau in Death Valley met 42 graden, vandaag reden we op 6000 feet met 1 graad. De sneeuw lag nog langs de weg en de berg lag in de wolken. De smeltende sneeuw leverde prachtige watervallen en snelstromende riviertjes op en na de geweldige rit leken we in een andere wereld beland: groene weides, mooie stroompjes en fruitkwekerijen zover het oog reikte. Typisch Californie. Vanavond slapen we in Exeter en morgen gaan we naar Sequioa en Yosemite.
Toen we vanochtend aanschoven bij het ontbijt in de Best Western in Lone Pine kwamen we daar toevalligerwijs hetzelfde stel tegen als in Page; zit je honderden kilometers verderop weer in hetzelfdemhotel. Na het uitwisseen van ervaringen vertrokken we richting Exeter. Van de receptioniste kregen we een alternatieve route uitgetekend en besloten deze tevolgen. Een zeer bochtige weg door de bergen volgde, maar het resultaat ws fantastisch. Zaten we gisteren nog op 100 feet onder zeeniveau in Death Valley met 42 graden, vandaag reden we op 6000 feet met 1 graad. De sneeuw lag nog langs de weg en de berg lag in de wolken. De smeltende sneeuw leverde prachtige watervallen en snelstromende riviertjes op en na de geweldige rit leken we in een andere wereld beland: groene weides, mooie stroompjes en fruitkwekerijen zover het oog reikte. Typisch Californie. Vanavond slapen we in Exeter en morgen gaan we naar Sequioa en Yosemite.
07 mei 2011
Een totaal gekkenhuis. Alles is nep en iedereen is gek. Althans, bijna iedereen. Na de rust en de ingetogen maar overweldigende schoonheid van Zion zitten we nu al bijna anderhalve dag in Las Vegas. In een fantastisch hotel, op 'floor 56', met uitzicht over de stad en de strip. De gordijnen openen met een afstandsbediening en de ramen reiken van de vloer tot aan het plafond. Het uitzicht toont drie dingen. 1. De woestijn; eindeloze vlakte met niets, behalve hitte. 2. Eindeloze suburbs, alleen maar laagbouw, gebouwd voor de mensen die hier werken (een miljoen!) en 3. De strip.
En The Strip dat is het echte gekkenhuis, met megacasino en megahotel na megaresort. Torenhoge hotels met wel 5000(!) kamers geheel aangekleed volgens een thema. Zo hebben de buren half Venetie nagebouwd. De foto die hieronder staat is namelijk niet in Venetie genomen. Sterker nog, die foto is -ondanks de blauwe lucht met kleine wolkjes- niet eens buiten genomen. Allemaal nep. Net zoals de eiffeltoren, het vrijheidsbeeld, de sfinx of het middeleeuwse kasteel, allemaal nep. En door die hotels en casino's lopen duizenden of misschien wel honderdduizend toeristen. Allemaal hun ogen uit te kijke, ladderzat te worden of hun laatste centen in de slotmachines te gooien. Gokken kun je hiernog op het toilet als je zou willen...
Wij hebben vooral gekeken en vooral geld uitgegeven aan wat kleding (ingrid slaagde voor 15 dollar per jurkje, iets meer dan een tientje in euro's). Na ruim 6 kilometer te hebben geslenterd waren we er wel klaar mee. Vanavond nog naar de dolfijnen in het Mirage (we zagen al flamingo's in The Flamingo) en leeuwen in het Mgm) en misschien naar de fonteinen van het Bellagio. Morgen maar weer eens de natuur opzoeken en de rust. Zion was fantasisch, zie de foto's van gisteren. Mooie bescheiden watervallen bij hoge steile rotsen en wilde herten. Allemaal erg mooi, maar morgen trekken we naar Death Valley, wat na al het geTINGTINGTINGTINGTINGTINGTING van Vegas wellicht inderdaad wat doods aan zal doen. We zullen het zien. Heet wordt het in ieder geval. In Vegas was het vandaag al 36 graden...
En The Strip dat is het echte gekkenhuis, met megacasino en megahotel na megaresort. Torenhoge hotels met wel 5000(!) kamers geheel aangekleed volgens een thema. Zo hebben de buren half Venetie nagebouwd. De foto die hieronder staat is namelijk niet in Venetie genomen. Sterker nog, die foto is -ondanks de blauwe lucht met kleine wolkjes- niet eens buiten genomen. Allemaal nep. Net zoals de eiffeltoren, het vrijheidsbeeld, de sfinx of het middeleeuwse kasteel, allemaal nep. En door die hotels en casino's lopen duizenden of misschien wel honderdduizend toeristen. Allemaal hun ogen uit te kijke, ladderzat te worden of hun laatste centen in de slotmachines te gooien. Gokken kun je hiernog op het toilet als je zou willen...
Wij hebben vooral gekeken en vooral geld uitgegeven aan wat kleding (ingrid slaagde voor 15 dollar per jurkje, iets meer dan een tientje in euro's). Na ruim 6 kilometer te hebben geslenterd waren we er wel klaar mee. Vanavond nog naar de dolfijnen in het Mirage (we zagen al flamingo's in The Flamingo) en leeuwen in het Mgm) en misschien naar de fonteinen van het Bellagio. Morgen maar weer eens de natuur opzoeken en de rust. Zion was fantasisch, zie de foto's van gisteren. Mooie bescheiden watervallen bij hoge steile rotsen en wilde herten. Allemaal erg mooi, maar morgen trekken we naar Death Valley, wat na al het geTINGTINGTINGTINGTINGTINGTING van Vegas wellicht inderdaad wat doods aan zal doen. We zullen het zien. Heet wordt het in ieder geval. In Vegas was het vandaag al 36 graden...
06 mei 2011
05 mei 2011
Vanochtend voor het eerst weer eens een fatsoenlijk niet-'All American' breakfast gehad in het Best Western Grand hotel bij Brye Canyon. Na het inpakken van de spullen trokken we weer de berg op om nog een aantal viewpoints van het park te bekijken met gewoon daglicht (gisteren was het al bijna zonsondergang). in het felle licht waren de rotsen erg mooi gekleurd, maar de kou (toch rond het vriespunt) was iets teveel voor mijn in korte broek gestoken benen. Na een paar viewpoints het park uitgereden richting Zion. De rit was veelbelovend, want het dorre rotslandschap maakte steeds meer plaats voor groene weides, hoge bergen en snelle riviertjes. Na een aardige rit arriveerden we in Zion. De hoge bergen, met een schitterende rode kleur, met daartussen groene dalen en wederom snel stromende riviertjez waren adembenemend. Onze eerste stop, net buiten het park was Springdale, Utah, alwaar we het mooie Desert Pearl Inn hotel hebben geboekt. Het is echt een typisch Amerikaans dorpje, zoals je dat in de film ziet. Nadat we de koffers in de fraaie kamer hebben gedropt besloten we met de gratis shuttlebus het park in te gaan.
In het park zijn diverse wandelroutes uitgestippeld, waarbij je kunt kiezen tussen 'easy', 'middle' en 'hard', waarbij de moeilijkste routes maar liefst honderden meters verhoging kennen en bijna 10 mijl lang zijn. Daarbij moet je over dunne paadjes lopen (30 cm breed) met aan weerszijden ravijnen, en er is geen hek. Die hebben we dus maar even overgeslagen, 'easy' was al pittig genoeg.
Onderweg kwamen we eekhoorntjes tegen en wilde herten die tot op een meter te benaderen waren. Erg leuk om te zien, maar ook de rotspartijen, de begroeiing en het woeste water waren erg de moeite waard. Na een paar uur wandelen gingen we weer naar de shuttle en stapten we bij de 'Spotted Dog' uit, waar we een lekkere pasta hebben gegeten. Wat ons betreft doen we ht nog aardig voor een Amerikaanse vakantie; we zijn nog maar een keer bij een fastfoodketen geweest.
Morgen wandelen we naar Emerald Pool en in de loop van de dag rijden we naar Las Vegas. De wandelschoenen kunnen aanblijven, ook daar is een hoop te zien, al is daar maar weinig natuurlijks aan vrezen we...
In het park zijn diverse wandelroutes uitgestippeld, waarbij je kunt kiezen tussen 'easy', 'middle' en 'hard', waarbij de moeilijkste routes maar liefst honderden meters verhoging kennen en bijna 10 mijl lang zijn. Daarbij moet je over dunne paadjes lopen (30 cm breed) met aan weerszijden ravijnen, en er is geen hek. Die hebben we dus maar even overgeslagen, 'easy' was al pittig genoeg.
Onderweg kwamen we eekhoorntjes tegen en wilde herten die tot op een meter te benaderen waren. Erg leuk om te zien, maar ook de rotspartijen, de begroeiing en het woeste water waren erg de moeite waard. Na een paar uur wandelen gingen we weer naar de shuttle en stapten we bij de 'Spotted Dog' uit, waar we een lekkere pasta hebben gegeten. Wat ons betreft doen we ht nog aardig voor een Amerikaanse vakantie; we zijn nog maar een keer bij een fastfoodketen geweest.
Morgen wandelen we naar Emerald Pool en in de loop van de dag rijden we naar Las Vegas. De wandelschoenen kunnen aanblijven, ook daar is een hoop te zien, al is daar maar weinig natuurlijks aan vrezen we...
04 mei 2011
Het was vanochtend alweer vroeg dag, want er staat weer veel op het programma. Om 11:30 moesten wij ons melden bij Carolene Ekis van Antelope Canyon Tours voor een rondleiding in de fotogenieke Antelope Canyon. Maar omdat we daarna eigenlijk gelijk dohorwillen naar Bryce Canyon (toch weer 3 uurtjes rijden) besluiten we voor die tijd nog even te gaan kijken bij het nationale park Whawheap, waarin de Glen Canyon, Lake Powell en een grote dam liggen. Bij het bezoek aan het visitor centrum zien we wat voor kracht zo'n centrale in de dam opwekt en vooral met hoeveel kracht het water wordt geloosd. De bouw van de dam zorgde voor het vollopen van de Glen Canyon met als resultaat het schitterende Lake Powell, waar de Amerikanenmet hun powerboats de boel onveilig maken of met een soort drijvende caravans met de hele familie op het water verblijven. Erg leuk om te zien. Zoals alles hier is alles groot, groter, grootst.
Hierna zijn we naar Page gereden voor onze rondleiding naar Antelope. Na het betalen moesten we nog even wachten op de open jeep, waarmee we naar de woestijn zouden worden gebracht. Ook hier weer hordes Japanners die werkelijk geen snars Engels begrijpen of spreken en continu de boel ophouden; je zou toch mogen verwachten dat je in deze tijd een beetje Engels beheerst, maar nee hoor...
Na een vrij ruige rit door de woestijn arriveerden we bij de ingang van de canyon. Je kunt de canyon in via een spleet in de bergen, waarna je getuige bent van een schitterend schouwspel tussen de rode rotsen. En het zonlicht dat op dit tijdstip prachtig naar binnenvalt. Het is erg druk in de canyon, de Indianen die deze canyon mogen uitbaten moeten immers ook brood op de plank in de wigwam hebben, maar na wat zorgvuldigvan heen en weer gecommandeer lukt het warempel regelmatig om foto's te maken zonder armen en benen erop. Het is een walhalla voor de fotografieliefhebber, want elke hoek is hier bijzonder fotogeniek. 200 foto's later lopen we met een voldaan gevoel weer naar de jeep om weer bij onze eigen auto afgezet te worden. Daar koop ik nog de vlag van Arizona en rijden we richting Bryce Canyon.
Ook deze rit is weer de moeite waard. We verlaten de woestijnachtige gronden van de Navajo indianen en rijden het land van de Hopi indianen binnen. Er is hier een hopi te zien, veel naaldbossen, er ligt op veel plekken in de bergen nog sneeuw en ergens doet het denken aan de Alpen. Na een flinke hopi haarspeldbochten bereiken we het Bryce Canyon National Park, waar me we met onze pas gratis naar binnen mogen. De tip van de Nederlanders van gisteravond (eerst doorrijden tot het einde van het park, bovenop de berg) en vanaf daaruit afdalen) blijkt een goede te zijn. De Canyon ziet er schitterend uit en ook het uitzicht (je kunt volgens mij wel honderd kilometer in de verte kijken) is fantastisch. Op de terugweg naar beneden komen e nog een hopi wilde Elks (soort hert) tegen, die geen stap opzij doen als je voor ze gaat staan voor een foto. Die hebben al zo'n hopi toeristen gezien, die geloven het wel. Omdat de zon al aan het ondergaan is, besluiten we nog wat te eten bij het restaurant tegenover ons hotel (magertjes en heb ik het alleen over de kwaliteit en niet over de calorien, dat waren er weer een hopi) en gaan we daarna naar onze kamer. Volgende stop is Zion national Park
Hierna zijn we naar Page gereden voor onze rondleiding naar Antelope. Na het betalen moesten we nog even wachten op de open jeep, waarmee we naar de woestijn zouden worden gebracht. Ook hier weer hordes Japanners die werkelijk geen snars Engels begrijpen of spreken en continu de boel ophouden; je zou toch mogen verwachten dat je in deze tijd een beetje Engels beheerst, maar nee hoor...
Na een vrij ruige rit door de woestijn arriveerden we bij de ingang van de canyon. Je kunt de canyon in via een spleet in de bergen, waarna je getuige bent van een schitterend schouwspel tussen de rode rotsen. En het zonlicht dat op dit tijdstip prachtig naar binnenvalt. Het is erg druk in de canyon, de Indianen die deze canyon mogen uitbaten moeten immers ook brood op de plank in de wigwam hebben, maar na wat zorgvuldigvan heen en weer gecommandeer lukt het warempel regelmatig om foto's te maken zonder armen en benen erop. Het is een walhalla voor de fotografieliefhebber, want elke hoek is hier bijzonder fotogeniek. 200 foto's later lopen we met een voldaan gevoel weer naar de jeep om weer bij onze eigen auto afgezet te worden. Daar koop ik nog de vlag van Arizona en rijden we richting Bryce Canyon.
Ook deze rit is weer de moeite waard. We verlaten de woestijnachtige gronden van de Navajo indianen en rijden het land van de Hopi indianen binnen. Er is hier een hopi te zien, veel naaldbossen, er ligt op veel plekken in de bergen nog sneeuw en ergens doet het denken aan de Alpen. Na een flinke hopi haarspeldbochten bereiken we het Bryce Canyon National Park, waar me we met onze pas gratis naar binnen mogen. De tip van de Nederlanders van gisteravond (eerst doorrijden tot het einde van het park, bovenop de berg) en vanaf daaruit afdalen) blijkt een goede te zijn. De Canyon ziet er schitterend uit en ook het uitzicht (je kunt volgens mij wel honderd kilometer in de verte kijken) is fantastisch. Op de terugweg naar beneden komen e nog een hopi wilde Elks (soort hert) tegen, die geen stap opzij doen als je voor ze gaat staan voor een foto. Die hebben al zo'n hopi toeristen gezien, die geloven het wel. Omdat de zon al aan het ondergaan is, besluiten we nog wat te eten bij het restaurant tegenover ons hotel (magertjes en heb ik het alleen over de kwaliteit en niet over de calorien, dat waren er weer een hopi) en gaan we daarna naar onze kamer. Volgende stop is Zion national Park
Abonneren op:
Posts (Atom)